Dus voor iedereen die het horen wil: 'Met één zak betonmengsel à 25 Kg maak je 12 liter beton, ofwel 1 bouwemmer vol!' Hieronder vind je meer handige info.
Beton kant & klaar
Beton koop je 'kant & klaar' gewoonlijk in zakken van 25 Kg. Je hoeft alleen maar water toe te voegen en er doorheen te mengen. Met één zak betonmengsel à 25 Kg maak je 12 liter beton, ofwel 1 bouwemmer vol!
Beton zelf maken
Heb je een iets grotere hoeveelheid beton nodig, dan maak je het voordeliger zelf.
De mengverhouding van beton is Cement : Zand : Grind = 1 : 2 : 3 ofwel 1 deel cement, 2 delen zand, 3 delen grind. Daarbij komt 0,5 tot 0,6 deel leidingwater.
Voor standaard beton
Gebruik portland- of lichter gekleurd hoogovencement, scherp- of rijnzand en grind met een korrelgrootte van bijvoorbeeld 4 tot 16 mm of 4 tot 32mm.
Volgorde
Meng altijd eerst het zand en de grind. Daarna meng je de cement er door tot je een egale mix hebt. Vervolgens voeg je geleidelijk het water toe.
Hoe minder water, des te beter je beton! Als je toch teveel water hebt gebruikt, voeg dan nog wat extra cement, zand en grind volgens de 1-2-3-verhouding toe.
Toevoegingen
De eigenschappen van je beton kun je beïnvloeden door stoffen toe te voegen, zoals kleurstoffen, vezels voor versterking, waterglas om beton waterdicht te maken en zouten voor snellere uitharding (snelbeton). Overigens is snelbeton minder sterk dan gewoon beton.
Algemeen
Cementmortel is een mix van cement, zand en water. Afhankelijk van de verhoudingen en eventuele toevoegingen, kun je deze mortel gebruiken voor metselen, tegelen, stukadoren, voegen en voor restauratie- en reparatiewerk.
Cementmortel kant & klaar
Cementmortel koop je 'kant & klaar' in zakken van 25 Kg. Dat geeft ca.15 l specie en is ruim voldoende voor ± 0.5 m2 halfsteens metselwerk waalformaat. Je hoeft alleen maar water toe te voegen en er doorheen te mengen. Soms zijn er stoffen bijgemengd om de verwerkbaarheid te verhogen.
Wel of geen kalk in je metselspecie?
En waarom dan?
Bij sommige situaties kan de cement zelfs volledig zijn vervangen door kalk. Deze kalkmortel wordt onder andere in restauratiewerk gebruikt.
Pure kalkmortels werden en worden vaak gebruikt bij monumenten vanwege de de zachtheid van de stenen. Deze mortels bestaan uit kalk (steenkalk of schelpkalk) en zand, dus zonder toevoegingen van bijvoorbeeld cement.
Vraag advies
Er zullen bij het werken met beton situaties kunnen voorkomen waarbij wapeningsstaal moet worden gebruikt. Dat kunnen wapeningsstaven zijn maar ook betonstaalnetten. Schroom niet om gedegen advies te vragen bij een vakman om teleurstellingen of erger te voorkomen.
Voor grijs en zwart neemt men zuiver roetzwart, carbon black, mangaanzwart of ijzerzwart. Voor blauw is alleen ultramarijnblauw te gebruiken. Voor de verschillende schakeringen van rood kan men nagenoeg alleen de ijzeroxyde-rood nemen, die in zeer verschillende tinten in de handel komen. Ook hier moet men de beste soorten gebruiken en niet die, welke met vulstoffen versneden ziin. Vooral de goedkoope soorten, die gips bevatten, moeten vermeden worden.
Voor bruin zijn de bruine ijzeroxyden en gebrande okers te gebruiken, terwijl men kaki, geel en dergelijke tinten met behulp van oker, geel ijzeroxydethydraat, chroomgroen en ultramarijngroen kan maken. Voor groen neemt men de beide laatste pigmenten.
De oplossing wordt voor het gebruik in een verhouding van 1 : 4 met zacht water verdund en 2 tot 4 weken na het storten van de vloer pas opgebracht. De vloer moet hierbij geheel schoon zijn, daar bijvoorbeeld vetvlekken het indringen van de silicaatoplossing geheel verhinderen. Men schrobt de vloer goed af en laat hem dan een paar dagen goed drogen. Pas wanneer hij geheel droog is brengt men de silicaatoplossing op, die nu in de poriën binnen kan dringen. Het silicaat reageert met de vrije bestanddelen van het beton en de gevormde kalksilicaten verharden het beton aanmerkelijk.
Men laat de oplossing 24 uur intrekken en verharden, waarna men de vloer met schoon water afwast. Hierna laat men drogen en herhaalt de bewerking. In het geheel brengt men de silicaatoplossing 3 tot 4 maal op.
Bij zeer goed droog beton kan men de vlekken dikwijls verwijderen door ze met een sterke oplossing van paraffine in benzine goed in te wrijven. Deze bewerking wordt ook dikwijls toegepast om het beton waterafstotend te maken en om bij gekleurd beton de kleur gelijkmatiger te maken.
Verder kan men het beton vlugger doen verharden door aan het aanmaakwater enige procenten calciumchloride of calciumoxychloride toe te voegen. Men neemt 2 tot 4 % calciumchloride en 7 tot 10 % calciumoxychloride. Gewoonlijk maakt men een geconcentreerde oplossing en voegt hiervan de overeenkomstige hoeveelheid aan het aanmaak water voor iedere zak cement toe. De werking is niet bij alle soorten cement gelijk, men moet dus eerst een klein proefje maken.
Deze fluaten reageren ook weer chemisch met de vrije kalk uit de cement en zetten deze in zuurvaste en harde onoplosbare verbindingen om. De vastheid van de massa wordt hierdoor aanmerkelijk verhoogd.
Bij het behandelen van een vloer moet deze eerst zorgvuldig gereinigd worden. Hierna laat men door en door drogen. Nu lost men voor de eerste behandeling het fluorsilicaat in een verhouding van 1 : 16 in water op. Na ongeveer drie uur kan men een tweede hoeveelheid opbrengen, de concentratie hiervan maakt men nu 1 : 8. Voor de vloer na de laatste behandeling geheel droog is, moet hij afgewassen worden, daar er anders gemakkelijk witte vlekken achter blijven.
Nafta | 100 | dl | |
Aluminiumstearaat | 10 | dl | |
IJsazijn | 0,3-1,5 | dl |
De nafta wordt op 80℃ verwarmd en dan lost men hierin het aluminiumstearaat op. Nadat alles goed opgelost is voegt men onder goed roeren de ijsazijn toe. Men verkrijgt een heldere dikvloeibare oplossing. Voor het gebruik kan men de oplossing eventueel nog met nafta verdunnen. Men kan de oplossing met de kwast of met een verfspuit opbrengen. De oplossing dringt diep in het beton binnen en werkt sterk waterafstotend.
Men kan ook aluminium-calciumstearaat direct aan het betonmengsel toevoegen. Men neemt dan 100 tot 200 g per zak cement.
Voor hetzelfde doel kan men ook ammoniumstearaat gebruiken.
Andere middelen die opgestreken worden zijn:Paraffine | 5 | dl | |
Chin.houtolie | 10 | dl | |
Standolie | 20 | dl | |
Petroleumdestillaat | 10 | dl | |
Benzol | 40 | dl | |
of: | |||
Talk (rundvet) | 10 | dl | |
Standolie | 5 | dl | |
Paraffine | 1 | dl | |
Nafta | 32 | dl | |
Siccatief | 0,1 | dl |
De nieuwste methode is het toevoegen van een sterk schuimende stof. Bij het mengen wordt dan schuim gevormd, dat zich met het beton mengt.
Men moet waterglas gebruiken met een soortelijk gewicht van 41,25° tot 42,75° Baumé en met een samenstelling natriumoxyde kiezelzuur als 1 : 3,25. In het natte waterglas strooit men iets droog cementpoeder en versmeert het met een kwast. Dit noemt men aanbranden. Hierop wordt dan onmiddellijk de nieuwe laag aangebracht.
Aluminiumoxyde | 40 | dl | |
Kalk | 40 | dl | |
Kiezelzuur | 15 | dl | |
Calciumchloride | 1 | dl |
Ongekookte lijnolie | 100 | dl | |
Siccatief | 1-5 | dl | |
Paraffine-alcohol | 8-10 | dl |
Het is nu gebleken dat het bijna onmogelijk is een poreuze steen absoluut dicht te maken. Beter is het het oppervlak waterafstotend te maken en toch poreus te laten. Hierdoor kan het toch opgenomen water in droge tijden weer verdampen.
De behandeling met gewone lijnolie is hiervoor reeds vrij goed. Daar lijnolie zelf echter ook veel water opneemt, kan men het preparaat verbeteren, door de paraffine-alcoholen toe te voegen, die uiterst sterk waterafstotend zijn.
Zand | 75-86 | dl | |
Bitumen | 11-15 | dl | |
Vuurklei | 3-10 | dl | |
Asfaltemulsie | 1,75 | dl | |
Cement | 1 | dl | |
Steenslag | 5 | dl | |
Gips | 10-77 | dl | |
Asfalt | 4-36 | dl | |
Zand | 0-86 | dl |
Gemalen marmer | 15 | dl | |
Glaspoeder | 4 | dl | |
Magnesiumoxyde | 8 | dl | |
Chloormagnesium 1,19 | 13 | dl |
Op de ondergrond van beton komt eerst een dunne laag fijn zand en hierop waterdicht asfaltpapier. Hierop komt nu eerst de eigenlijke ondergrond, en wel een laag specie, ongeveer 3 tot 4 cm dik. De specie bestaat uit 1 dl cement en 3 dl zuiver, grof en scherp zand, met zo weinig mogelijk water aangemaakt.
De eigenlijke terrazzomassa bestaat uit een mengsel van 1 dl cement en 3 dl gekleurde steenstukjes. De kleur en de grootte van de stukjes steen hangen van de smaak af. Soms wordt een fijnere en soms een grovere structuur verlangd, soms neemt men een mengsel van grof en fijn. Dit is een questie van persoonlijke smaak.
Wanneer de onderlaag voldoende hard is, legt men eerst in dunne latten, die iets hoger moeten zijn dan de laag dik wordt, de afscheiding tussen de verschillende kleuren. De terrazzomassa, die zo droog mogelijk moet zijn, wordt nu opgebracht en met een rechte lat met zagende bewegingen afgestreken.
Na het afstrijken gaat men met een wals in beide richtingen over de massa om alles goed te vullen en de steentjes naar de oppervlakte te brengen. Men strooit nu, bij voorkeur grotere steentjes in de massa tot het oppervlak voor ongeveer 85 % door de steentjes ingenomen wordt. Met een troffel maakt men de oppervlakte nu zuiver glad. De troffelstreken mag men gerust nog kunnen zien.
Zodra het terrazzo voldoende hard is, wordt het glad geslepen met carborundumstenen, bij voorkeur machinaal. Gedurende het afslijpen moet de vloer voldoende nat gehouden worden. Men spoelt den vloer nu goed schoon en vult de gaatjes die eventueel te zien zijn, met cementspecie.
Nu laat men de vloer een week verharden, houdt hem in die tijd vochtig en slijpt hem dan volkomen glad. Voor het verharden moet men de temperatuur controleren. Deze mag niet te dicht bij het vriespunt komen, bevriezen moet absoluut vermeden worden.
Door de vloeren met paraffine te impregneren worden ze ongevoelig voor de zwakke zuren en alkaliën, die in melkfabrieken voorkomen. Men kan een oplossing van paraffine in terpentijnolie en benzol maken, strijkt deze oplossing warm op en na het verdampen van het oplosmiddel gaat men met hete ijzers over de vloer om de rest van het oplosmiddel te doen verdampen.
Beter is het de oplosmiddelen geheel te vermijden en de paraffine met behulp van hete ijzers of eventueel met een soldeervlam in de vloer in te smelten. Hierdoor wordt de vloer volkomen dicht en zuurvast. De bewerking moet van tijd tot tijd herhaald worden.
Portlandcement | 67 | dl | |
Gemalen steen | 109 | dl | |
Suikerrietvezels | 24 | dl | |
Gips | 32 | dl | |
Dextrine | 4 | dl | |
Puimsteenpoeder | 4 | dl |
Veldspaat | 40-100 | dl | |
Kaoline | 100 | dl | |
Kalksteen | 700 | dl | |
Magnesiet | 20-40 | dl | |
Keukenzout | 5 | dl |
Alle bestanddelen moeten zo goed mogelijk ijzervrij zijn, het mengsel wordt bij 1430° tot 1500° C gebrand en tenslotte fijn gemalen. Door de toevoeging van het keukenzout wordt het steeds aanwezige ijzer in het chloride omgezet en dit ijzerchloride verdampt bij de hitte van de oven.
|