Nog in de tijd van Luther waren glazen vensters in gewone huizen zeer zeldzaam, hoofdzakelijk de kerken maakten in ruime mate gebruik van dan ook uiterst fraai gekleurd geschilderd glas. In de 15e tot 17e eeuw ontstond in Venetië een bloeiend glaskunsthandwerk, welke producten nu nog beroemd zijn.
Het tegenwoordige kristalglas ontstond in Bohemen en werd later in Engeland uit het sterk lichtbrekende kaliloodglas gemaakt. In Frankrijk werd tegen het eind van de 17e eeuw het gieten en slijpen van grote spiegelruiten uitgevonden. De glasfabricatie werd langzamerhand een groot-industrie, vooral toen Siemens door het uitvinden van regeneratief-gasstoken het verbruik aan brandstof aanmerkelijk verminderde.
Het gewone glas bestaat uit natron en kalksilicaten, het harde glas uit kalium-kalksilicaten en het kristal uit lood-kalk-kalisilicaat. Voor optische glassoorten en tegenwoordig vooral voor het glas waaruit chemische apparaten gemaakt worden, voegt men nog talloze bijzondere verbindingen toe. Nieuw is het imiteren van edelstenen door aan het glas oxyden van zeldzame metalen toe te voegen.
Glas moeten we dus als een onderkoelde vloeistof opvatten, waarvan de taaiheid zo groot geworden is, dat ze de indruk maakt van een vaste stof. Wanneer we glas lange tijd juist op de temperatuur houden waarbij het week wordt, vormt zich een groot aantal kleine kristallen, het glas wordt ondoorschijnend, het ontglaast en het lijkt nu op porcelein. Door dit ontglaasde glas tot tegels te persen, verkrijgt men een zeer fraaie wandbekleding.
Door het hete glas plotseling in hete olie te dompelen, wordt het glas uiterst hard; dit glas breekt niet gemakkelijk, door een kras echter kan het plotseling in een groot aantal kleine stukjes uit elkaar springen, juist als de bekende glastranen, die men verkrijgt door een druppel gesmolten glas in water te laten vallen
Voor het maken van wit glas gaat men van grondstoffen uit, die zo weinig mogelijk ijzer bevatten. Door toevoegen van andere kleurende metaaloxyden wordt de groene kleur van het ijzer door complementairwerking opgeheven. Voor de gekleurde glazen voegt men opzettelijk kleurende metaaloxyden toe, voor ondoorzichtige glassoorten neemt men verbindingen, die in de glassmelt onoplosbaar zijn, bijvoorbeeld voor wit melkglas het tinoxyde.
Door toevoegen van de verschillende metaaloxyden is het mogelijk de eigenschappen van glas tot in het oneindige te varieren en het is dus steeds mogelijk een soort glas te vinden, die voor een bepaald doel het meest geschikt is.
Voor het maken van geëmailleerd ijzer, dat tegenwoordig voor zo veel huishoudelijke artikelen toegepast wordt, moet men op het ijzer eerst een laag grondemaille opbrengen, dat goed aan het ijzer hecht en hiermee niet reageert.
Door de techniek van het smelten bij zeer hoge temperaturen verder uit te werken, is het tenslotte ook gelukt de bestanddelen van vele edelstenen samen te smelten en bij het afkoelen te doen kristalliseren. Deze echte synthetische edelstenen, die dus ,precies dezelfde samenstelling hebben als de echte stenen, zijn hiervan dan ook practisch niet te onderscheiden.
Gerelateerde links | |
• |
|
• |
|