witte aardappeldextrine | 15 dl |
water | 15 dl |
glycerine | 2 dl |
formaldehyde 40 % | 0,15 dl |
sassefrasolie | O,15 dl |
45 g | dextrine | |
45 g | water | |
6 g | glycerine | |
0,45 g | formaldehyde | |
0,45 g | sassefrasolie |
Het verdient aanbeveling de verschillende recepten en werkwijzen van het hoofdstuk, waaruit men iets wil maken, nauwkeurig door te lezen. Men ziet dan hoe de preparaten die op elkaar lijken, gemaakt worden.
Vaatwerk
Voor het maken van zeer kleine hoeveelheden, b.v. de kleine voorproefjes, koopt men het beste een paar kleine bekerglazen of conische glaskolfjes, de z.g. Erlenmeyers. Deze bieden het voordeel, dat men precies kan zien wat er gebeurt. Voor het maken van grotere hoeveelheden neemt men dan geëmailleerde bekers of pannen. Ook vuurvast aardewerk is bruikbaar.
Dikke crêmeachtige emulsies kunnen we ook met een platte staaf voldoende mengen en omroeren. Voor het maken van een dunne emulsie als b.v. een vloeibaar poetsmiddel, nemen we beter een eiwitklopper of een electrische roerder.
Stoffen in poedervorm mengen we in een mortier of vijzel. Voor de meeste stoffen is het gebruik van een mortier van porcelein aan te bevelen.
Verwarmen
In het algemeen moet men verwarmen op het open vuur of op een gasbrander vermijden. De meeste organische stoffen branden gemakkelijk aan wat het product onbruikbaar maakt. Voor temperaturen onder 100℃, dus voor alle samenstellingen die water bevatten, is verwarmen op een waterbad het allerbeste.
We nemen dus twee pannen of bekers, die in elkander passen. De binnenste vult men met het preparaat en zet dat in de met water gevulde grotere pan. Dit water verwarmt men nu op het open vuur tot de stoffen in de binnenste pan de voorgeschreven temperatuur bereikt hebben.
Wanneer men hogere temperaturen wil bereiken, vult men de grootste pan met olie en plaatst hierin de kleinere. De olie kunnen we dan zonder gevaar tot ongeveer 250℃ verhitten. Bruikbaar is b.v. gewone ongekookte lijnolie of slaolie.
De temperatuur moet met een thermometer afgelezen worden. Men mag de temperatuur nooit schatten, daar het preparaat door een verkeerde temperatuur geheel kan mislukken.
Conserveren
Bijna alle preparaten, die p1antaardige of dierlijke vetten en andere organische stoffen bevatten, als gom, eiwit, stijfsel, enz., bederven zeer gemakkelijk. Om dit te verhinderen voegt men antiseptische stoffen toe, waartoe men salicylzuur, boorzuur of benzoëzuur kan gebruiken. Beter zijn de moderne conserveermiddelen, die b.v. uit de esters van para-oxybenzoëzuur bestaan. Deze kunnen ook aan levensmiddelen toegevoegd worden. Voor andere doeleinden kan men de uiterst werkzame chloorkresolen en chloorthymol nemen.
Breken en malen
Grote stukken kan men zonder gevaar klein maken door ze in een doek te wikkelen, dan tussen twee stenen of stukken hout te leggen en met een zware hamer de grote brokken stuk te slaan. Kleine hoeveelheden kan men het beste fijn malen in een mortier of vijzel. Voor iets grotere hoeveelheden zijn kleine molentjes in de handel, die met de hand gedraaid worden en waarin het maatgoed tussen twee gegroefde maalschijven doorloopt.
Wegen en meten
In vele gevallen kan men met een brievenweger volstaan, het is echter aan te bevelen een eenvoudige weegschaal met gewichten aan te schaffen. Voor het meten van vloeistoffen neemt men de glazen maatcilinders, die men bij iederen drogist kan kopen.
Op deze website zijn delen van de boeken: Mengen en Roeren uit de jaren 30 opgenomen met een schat aan informatie.
Wij onthouden ons van iedere verantwoordelijkheid, met betrekking tot fouten in de informatie, eventuele schadelijkheid van vermelde stoffen en eventuele schadelijke gevolgen van het werken met chemische stoffen of van het opvolgen van recepten op deze website. Wees voorzichtig met chemische stoffen. Lees! |
|
copyright © 2024 -
vindikhier.nl - all rights reserved |