Op het stenen tijdperk volgde eerst de tijd van het brons en hierna die van het ijzer. Waarschijnlijk ligt in een aantal landen hiertussen de tijd van het zuivere koper. Men heeft bij opgravingen in Babylon voorwerpen van zuiver koper gevonden. Men verstond in die tijd de kunst het koper zo hard te maken, dat men er steen mee bewerken kon, getuige de fraaie inscripties in het hardste steen. Naast het koper kende men in die tijd ook zilver en goud, waarbij zilver het meest zeldzaam was, daar men goud bijvoorbeeld voor de bouwwerken toepaste. Terwijl men later het tin en ook het brons leerde kennen en de Romeinen bijvoorbeeld ook het lood zeer goed wisten te bereiden en te bewerken, was zink onbekend. Toch bestonden de Romeinse munten vaak uit een legering met 25 % zink.
In de Middeleeuwen voerden de alchimisten de metaalbewerking reeds zeer hoog op en meenden onedele metalen in edele om te kunnen letten. Terwijl dit met de toen bekende hulpmiddelen natuurlijk niet mogelijk was, hadden de talloze proeven toch succes. Men vond een groot aantal legeringen, die later toen de industrie zich meer en meer ging ontwikkelen, een zeer grote rol zouden spelen. Op het ogenblik is het aantal bekende en toegepaste legeringen zo ontzaglijk groot, dat het bijna onmogelijk is ze alle te beschrijven. Vooral de legeringen van ijzer met metalen als nikkel, chroom en mangaan en hiernaast de lichte legeeringen van aluminium en magnesium met andere metalen, worden van steeds meer belang. In Amerika spreekt men zelfs reeds van een aluminium-magnesium-tijdperk.
Het doel van alle oppervlaktebehandelingen van metalen is nu het zuivere metaaloppervlak tegen oxydatie te beschermen. Daar men uit de ervaring geleerd had, dat een absoluut glad en effen oppervlak het minst aangetast wordt, trachtte men reeds zeer vroeg ook andere stoffen door een oppervlaktebehandeling tegen het verweren te beschermen. Zo ontstonden de eerste verven en tenslotte slaagde men er in ook het oppervlak van hout en leer door afslijpen, polijsten en lakken geheel glad en poriënvrij te maken.
Voor het slijpen van hout en lak beschikt men over vele soorten schuur- en polijstpapier, waarbij het modernste nat gebruikt kan worden. Hierdoor is het mogelijk lakoppervlakken absoluut vlak en effen te slijpen, waardoor een oppervlak verkregen wordt dat veel op metaal gelijkt.
Door het juiste afslijpen en polijsten van onze gebruiksvoorwerpen verkrijgen ze het fraaie uiterlijk dat ook aan de hoogst gestelde eisen voldoet.
Stearinezuur | 25 dl |
Oliezuur | 5 dl |
Geraff. spindelolie | 2-10 dl |
Weense kalk | 30 dl |
Engels rood | 38-30 dl |
De kalk moet eerst met de spindelolie gemengd worden, hierna voegt men de andere bestanddelen toe.
Montaanwas | 7 dl |
I.G.was O | 18 dl |
Ozokeriet | 6 dl |
Paraffine 50°/52° C | 69 dl |
Zachte zeep | 20 dl |
Water | 40 dl |
Oliezuur | 2 dl |
Kwartsmeel | 3 dl |
Carborundum | 17 dl |
De zeep wordt in het warme water opgelost, in de zeepoplossing emulgeert men het oliezuur en voegt dan de slijpmiddelen toe.
Ruwe montaanwas | 5,0 dl |
Paraffine | 1,5 dl |
Bijenwas | 0,5 dl |
Nigrosine | 0,5 dl |
Grafiet | 40,0 dl |
Roetzwart | 2,5 dl |
Lakbenzine | 50,0 dl |
De wassen worden met het nigrosine samengesmolten, het grafiet en het zwartsel worden met de lakbenzine op een verfmolen gemalen en hierna met de gesmolten was gemengd. De hoeveelheid oplosmiddel hangt van de soort grafiet af en moet dus eventueel gecorrigeerd worden.
Of: | |
Dextrine | 1 dl |
Heet water | 45 dl |
Nigrosine (in water oplosb.) | 2 dl |
Kernzeep | 7 dl |
Grafiet | 43 dl |
Zwartsel | 2 dl |
Eerst lost men de dextrine in het water op, hierna het nigrosine en de zeep. Met de oplossing worden het grafiet en het zwartsel aangeroerd en op een verfmolen fijn gemalen. De massa stolt bij het afkoelen en moet heet in dozen gegoten worden.
-Vloeibaar: | |
I.G. was OP | 7,0 dl |
Colophonium | 0,6 dl |
Kernzeep | 1,2 dl |
Potas | 1,4 dl |
Water | 89,8 dl |
-Half vloeibaar: | |
Carnaubawas | 6 dl |
Gebl. montaanwas | 3 dl |
Bijenwas | 3 dl |
Colophonium | 1 dl |
Kernzeep | 1 dl |
Potas | 1 dl |
Water | 45 dl |
Oplosmiddel, bv. zware | |
benzine | 40 dl |
Rilaanwas | 8 dl |
Bijenwas | 5 dl |
Paraffine 50°/52° C | 14 dl |
Lijnolie | 3 dl |
Oplosmiddel | 70 dl |
Natriumbisulfaat | 30 dl |
Calciumsulfaat (gips) | 10 dl |
Kaoline | 20 dl |
Kwartspoeder | 40 dl |
Men voegt zoveel water toe tot de massa in tabletvorm geperst kan worden.
Rilaanwas | 7 dl |
Ozokeriet 65° C | 10 dl |
Paraffine 50°/52° C | 13 dl |
Terpentijnolie | 5 dl |
Dekaline | 65 dl |
Rilaanwas | 4 dl |
Paraffine | 7 dl |
Lakbenzine | 89 dl |
Rilaanwas | 17 dl |
Ozokeriet | 3 dl |
Paraffine | 5 dl |
Terpentijnolie | 75 dl |
Rundvet | 20 dl |
Harde zeep | 30 dl |
Paraffine | 18 dl |
Water | 20 dl |
Was | 8 dl |
Terpentijnolie | 20 dl |
Tripel | 60 dl |
Het vet en de wassen worden in de terpentijnolie opgelost, de zeep wordt in het water opgelost en hierna emulgeert men de beide oplossingen. Tenslotte mengt men de tripel met de emulsie.
Stearinezuur | 50 dl |
Rundvet | 20 dl |
Weense kalk | 200 dl |
Lithopone | 5 dl |
Krijtwit | dl |
Tripel | dl |
Zeeppoeder | dl |
Of: | |
Krijtwit | 20 dl |
Tripel | 5 dl |
Ongereinigde montaanwas | 5,0 dl |
Colophonium | 1,5 dl |
Paraffine 40-42° C | 1,5 dl |
Grafiet | 56,0 dl |
Zwartsel | 24,0 dl |
Nigrosine BB | 10,0 dl |
Potas | 3,0 dl |
Water | 200,0 dl |
Gebleekte montaanwas | 10 dl |
Ceresine 60-62° C | 6 dl |
Paraffine 50-52° C | 12 dl |
Terpentijnolie | 22 dl |
Lakbenzine | 50 dl |
Ongereinigde montaanwas | 25 dl |
Montaanwas A (gebleekte) | 5 dl |
Chroomoxyde | 70 dl |
Oplosmiddel | 50-150 dl |
De wassen worden bij zo laag mogelijke temperatuur samengesmolten. Hierna verdunt men met het oplosmiddel, waarvoor men de gewone zware benzine kan nemen, die men voor het verdunnen van lakken gebruikt. Het chroomoxyde wordt nu goed met deze wasoplossing gemengd.
Gebleekte montaanwas | 12 dl |
Montaanwas Nova | 5 dl |
Ceresine 58°/60° C. | 6 dl |
Terpentijnolie | 77 dl |
Ceresoranje | 0,02 dl |
of: | |
Gebleekte montaanwas | 8 dl |
Montaanwas Nova | 3 dl |
Gele paraffine 48°/50° C. | 19 dl |
Terpentijnolie | 70 dl |
Ceresoranje | 0,02 dl |
Spindelolie | 97 dl |
Montaanwas | 3 dl |
Gebleekte montaanwas | 4 dl |
Paraffine 50/52 C. | 6 dl |
Harde zeep | 1 dl |
Water | 68 dl |
Spiritus 96% | 20 dl |
Sterke ammoniak | 1 dl |
De beits wordt met Kasselse aarde, extract hiervan of met in water oplosbare anilinekleurstoffen gekleurd.
Rundvet | 25 dl |
Caput mortuum | 75 dl |
Het vet wordt gesmolten en heet met het fijne ijzeroxyde gemengd. Men maalt de pasta op een verfmolen fijn.
Wanneer men de pasta in tubes wil vullen, moet men een minder hard bindmiddel nemen, bijvoorbeeld:
Vaseline | 82 dl |
Polijstrood | 18 dl |
Tylose SL 25 | 2 dl |
Kokend water | 30 dl |
Geslibd krijtwit | 30 dl |
Koud water | 30 dl |
Conserveermiddel | 0,1 dl |
De tylose wordt met het kokende water overgoten, waarna men het een nacht laat staan. Hierna wordt het krijt toegevoegd en met het koude water verdund.
Oliezuur | 5 dl |
Natriumhydroxyde | 1 dl |
Water | 4 dl |
Pine-oil | 10 dl |
Tripel | 10 dl |
Tylose SL 25 | 20 dl |
Kokend water | 300 dl |
Zeephout | 20 dl |
Water | 409 dl |
Geslibd krijtwit | 200 dl |
Engels rood | 50 dl |
Salicylzuur | 1 dl |
De tylose wordt met het kokende water overgoten, waarna men het mengsel een nacht laat staan. Het zeephout wordt met het water opgekookt en gefiltreerd. Tenslotte: mengt men alle bestanddeelen.
I.G.-was O | 1 dl |
I.G.-was B.J. | 1 dl |
Bijenwas | 4 dl |
Ozokeriet Smpt. 74°/76° C | 2 dl |
Paraffine | 4 dl |
White spirit | 80 dl |
Ammoniak s.g. 0,91 | 8 dl |
De wassen worden voorzichtig samengesmolten en hierna met het oplosmiddel verdund. De oplossing laat men afkoelen en wanneer ze juist nog geheel doorschijnend is, voegt men de ammoniak toe, juist zoveel als nodig is om de boenwas voldoende vloeibaar te houden. In plaats van deze 15-pcts ammoniak kan men ook een 9-pcts natronloog nemen.
Voorkom ongelukken!
Gevaarlijk vergiftige stoffen worden bij het recept aangegeven. Men mag echter nooit vergeten dat alle chemicaliën relatief gevaarlijk zijn. Na het werken met chemicaliën moet men dus in ieder geval de handen wasschen, gedurende het werk mag men met de handen niet aan de oogen komen. Bij het werken met brandbare vloeistoffen mag volstrekt geen vuur in het vertrek aanwezig zijn.
Aanvulling door vindikhier.nl
Beslist lezen!
Op deze website geven wij de oorspronkelijke tekst weer van het boek 'mengen en roeren, verschenen in 1936. Lees vooral de inleiding met onderwerpen als verwarmen (boven waterbad, ofwel au bain-marie) en andere veiligheidszaken. Gebruik beschermende kleding, handschoenen en veiligheidsbril bij het werken met gevaarlijke stoffen.
Sommige recepten of in recepten vermelde stoffen zijn wellicht in onbruik geraakt, niet meer verkrijgbaar, niet meer toegestaan of zelfs ronduit gevaarlijk.
Denk daarbij aan bijvoorbeeld asbest. Maar ook aan gevaarlijke stoffen als arsenicum en strychnine. Ga dus geen recepten namaken zonder kennis van zaken of met gevaarlijke of verboden stoffen. Met andere woorden:
'Enjoy Life' |
disclaimer | mixandstir.com | w3schools | GFDL | GoodFon.com | pixabay | pexels |pinterest | pxhere.com | unsplash.com copyright © 2013 - vindikhier.nl - all rights reserved under construction |