Zelfbouw van een windgenerator loont en moeilijk hoeft het niet te zijn. De generator kun je zelf maken of gewoon kopen. Voor de wieken geldt hetzelfde. Je kunt het zo duur maken als je zelf wilt.
Iedere windmolen wordt in snelheid begrensd door het aantal wieken:
Hoe meer wieken een molen heeft, des te langzamer is de maximale draaisnelheid.
Hoe minder wieken een windmolen heeft, des te hoger is de snellopendheid.
Tegelijk wordt ook het aanloopmoment van een windmolen door het aantal wieken bepaald. Een molen met slechts twee vleugels heeft veel wind nodig voordat hij in beweging komt want zoveel oppervlakte heeft de rotor niet. Een molen met veel wieken draait al bij geringe wind want de rotor heeft verhoudingsgewijs een grote oppervlakte. Een voorbeeld is de Amerikaanse windmotor, ook Amerikaanse windturbine genoemd.
Natuurlijk kun je met behulp van een overbrenging het afgegeven toerental omhoog brengen zodat je er een generator mee kunt aandrijven. Toch maar niet doen want, naast een zware constructie van de totale molen, geeft zo'n overbrenging zo enorm veel verlies in vermogen, dat je je veel beter kunt richten op een molen met een hogere snellopendheid.
Zat er in de beginperiode nog een 'tandwielenbak' tussen de rotor en de generator om de juiste toerentallen op elkaar af te stemmen, tegenwoordig wordt gebruikt gemaakt van direct drive generatoren. Met de komst van direct drive motoren in de nieuwe generatie wasmachines (perfect als generator te gebruiken) komt deze techniek ook voor de hobby-molenmaker in beeld. Wees daar dan wel voorzichtig mee want deze zg. smart drive motoren kunnen als onbelast draaiende generator enorm hoge spanningen opwekken.
Doe vooral eens inspiratie op bij EAZ Wind & Zon uit Hoogezand. Daar maken ze relatief kleine windmolens, die qua grootte en vorm uitstekend passen in het landschap.
De lucht die aan de bovenzijde langs het profiel stroomt legt een langere weg af dan de lucht aan de onderzijde. Hierdoor ontstaat aan de bovenzijde een onderdruk. Aan de onderzijde (de windzijde) ontstaat een overdruk. Dit drukverschil geeft een opwaartse kracht loodrecht op de aanstroomrichting, dit noemen we de liftkracht. Bij een windmolen wordt deze lift omgezet in een mechanisch koppel.
Er zijn verschillende vleugelprofielen in gebruik. Bij zelfbouw is het NACA 4412 profiel geschikt, een vleugelprofiel dat je ook bij commerciële windmolens ziet.
Zelfbouwers vinden een aantal reeds berekende wiekprofielen op deze website.
Waar slagschaduw bij molen met 3 vleugels als hinderlijk wordt ervaren, schijnt dit bij een 4 wiekige molen al veel minder het geval te zijn. Dat heeft puur met onze hersenen te maken, die registreren dat er altijd een wiek in het kwadrant staat. En dat schijnt als minder onrustig te worden ervaren.
Het lijkt ons de moeite waard als hier eens mee wordt geëxperimenteerd!
Molenbouwers Opgelet!
Kunsthars en polyesterhars zijn perfecte materialen voor de windmolenbouwer. Maak op een simpele manier de mooiste vormen, zoals windmolenwieken of een strakke behuizing voor je generator met het praktijkhandboek kunststoffen AANRADER! |
|