techniek en Dhz
mengen en roeren
Wees voorzichtig met chemische stoffen. Lees!

Papier, hoe maak je het

papier

Eigenschappen van papier

De eigenschappen van papier moeten uiterst zorgvuldig aan het doel, waarvoor het gebruikt wordt, aangepast worden. Hiertoe staan verschillende grondstoffen ter beschikking met de meest uiteenlopende eigenschappen. Door de fabricatiemethode te wijzigen kan men het eindproduct bijna in het oneindige varieren:
  • Houtslijp
    Grote blokken hout worden tegen draaiende slijpstenen gehouden, het gevormde houtmeel wordt met water weggespoeld. Dit proces is dus zuiver mechanisch.
  • Sulfiet-papierstof
    Zaagmeel of hout in kleine stukjes wordt onder druk gekookt met een oplossing van zuur calciumsulfiet. Om deze oplossing te bereiden laat men een oplossing van zwaveldioxyde in water door een toren over stukken kalk lopen; hierbij gaat een deel van de kalk in oplossing. De oplossing bevat dan nog 3,5 % ongebonden zwaveligzuur. De bestanddelen van het hout, die niet uit cellulose bestaan, gaan hierbij in oplossing.
  • Sulfaat-papierstof
    Hierbij wordt het hout onder druk met een oplossing van natriumhydroxyde en natriumsulfide gekookt. De oplossing moet ongeveer 11 g soda, 90 g natriumhydroxyde en 25 g natriumsulfide per liter bevatten.
  • Natron-papierstof
    Het hout wordt hier onder druk gekookt met een oplossing van 6 tot 8 % natriumhydroxyde in water.
  • Jute
    Oud zakkenmateriaal wordt met een zwakke loogoplossing gekookt, onder gewone of iets verhoogde druk. De oplossing bevat 1 tot 5 % natriumhydroxyde of 5 tot 10 % kalk. Het koken duurt 4 tot 18 uur, het materiaal wordt dan uitgewassen en tot een vezelbrij vermalen.
    Hennep en manillamateriaal worden juist als jute behandeld.

papiermolen-schoolmeester-fabriek-de-vergulde-bijkorf-westzaan-1939
Papiermolen ″De Schoolmeester″, naast fabriek ″De Vergulde Bijkorf″ te Westzaan (1939)

Papiersoorten

Papier wordt gemaakt door de vezelbrij op een fijne zeef te gieten. Men zorgt er voor, dat een gelijkmatig dikke laag op de zeef blijft liggen. Deze vezellaag wordt nu door afpersen tussen walsen en tenslotte door persen tussen hete walsen gedroogd en dicht en glad gemaakt.

Voor boeken neemt men gewoonlijk sulfiet- en natronpapier; krantenpapier bestaat voor 80 % uit houtslijp; schrijfpapier kan uit lompen gemaakt worden, gewoonlijk echter uit sulfietpapierstof of sulfiet- en natronpapierstof. Pakpapier bestaat uit sulfiet-, sulfaat-, jutepapierstof, gewoonlijk uit mengsels van verschillende soorten.

Waspapier maakt men door gewoon papier met gesmolten paraffine te impregneren en de overmaat af te persen.

Perkamentpapier wordt gemaakt door gewoon papier korte tijd in sterk zwavelzuur te dompelen, het zuur wordt direct uitgewassen. Door de vezelbrij uiterst fijn te malen en het papier zeer sterk te kalanderen wordt het doorschijnend. Zonder extra nabehandeling wordt het als vetdicht papier gebruikt.

zaansch-bord-papier-onder-pers
Geschept papier met de naam 'Zaansch bord' onder de pers in papiermolen de Schoolmeester

Onbrandbaar papier

Ammoniumsulfaat 8
dl
Boorzuur 3
dl
Borax 1 ,7 dl
Water 100
dl
De oplossing wordt op 50℃ verwarmd en bij deze temperatuur dompelt men het papier in de oplossing. Na het drogen wordt het papier met een heet ijzer glad gestreken of het wordt in een pers gedroogd.

Papier waterdicht maken

Men lost 1 dl borax in 10 dl water op en lost hierin zoveel schellak op als mogelijk is. De eventueel verdunde oplossing wordt met een zachte brede kwast op het papier gestreken. Men kan het papier ook in de oplossing dompelen.

Ook kan men het papier impregneren met een oplossing van:
Ammoniumcarbonaat 3
dl
Glycerine 3
dl
Gelatine 2
dl
Agar-agar 1
dl
Kaliumbichromaat ½
dl
Water 100
dl
Na het drogen wordt het papier dun met een niet drogende olie ingewreven.

Perkamentpapier

Men dompelt zuiver, niet of weinig gevuld en bezwaard papier in 50-pcts zwavelzuur. Hierbij moet men er voor zorgen, dat de luchtblazen die zich eventueel vormen, onmiddellijk verwijderd worden. Het papier blijft ongeveer 5 sec met het zuur in aanraking.

Hierna wordt het onmiddellijk in een grote hoeveelheid water gedompeld om de inwerking van het zuur onmiddellijk te doen ophouden. Het papier wordt in stromend water goed uitgewassen, hierna door een verdunde ammoniakoplossing gespoeld en tenslotte weer met zuiver water goed uitgewassen tot de laatste sporen ammoniak verdwenen zijn.

Het fraaiste perkamentachtige uiterlijk krijgt men met zeer dik papier. De duur van de inwerking hangt uitermate van de soort papier en van de dikte af en moet door proeven bepaald worden.

Vetvlekken uit papier verwijderen

Men legt het papier tussen twee lagen schoon poreus papier op een zachte onderlaag (strijkplank) en strijkt met een matig warm strijkijzer zo lang over de vetvlek tot het vet door de beide schone stukken papier opgezogen is. Desnoods herhaalt men de bewerking.

Calqueerpapier

Het is soms nodig een tekening op een gewoon vel papier over te trekken. Hiertoe maakt men dan het papier tijdelijk doorzichtig door het met benzine in te wrijven; zolang het papier met benzine doortrokken is, blijft het doorschijnend. Indien de gewone benzine te vlug verdampt kan men de minder vluchtige lakbenzine nemen. Men moet er echter steeds voor zorgen, dat het gebruikte oplosmiddel volledig vluchtig is.

Nadat men de tekening gecalqueerd heeft laat men de benzine verdampen. De laatste resten, vooral om de reuk, verwijdert men door overstrijken met een warme strijkbout.

calqueerpapier
Calqueer- ofwel overtrekpapier

Caseïnelijm voor papier

Casseïne 50
dl
Water 200
dl
Borax 9 ,7 dl
Ammoniak 26° 1
dl
De caseïne laat men een nacht in water inweken. De borax wordt in weinig heet water opgelost en de volgende dag bij de caseïne gevoegd. Het geheel wordt dan tot 70℃ verwarmd en zolang warm gehouden tot de caseïne geheel opgelost is. Hierna wordt de ammoniak toegevoegd.

Wasemulsie voor papier

Carnaubawas 50
dl
Water 400
dl
Zeep 12
dl
De zeep wordt in kokend water opgelost. Aan de kokende zeepoplossing voegt men nu de voorgesmolten carnaubawas toe en roert tot men een gelijkmatige emulsie verkregen beeft.


Gele deklaag voor papier

China clay 50
dl
Blanc fix in pasta 50
dl
Chromaatgeel-pasta 125
dl
Talcum 12
dl
Caseïnelijm 90
dl
Carnaubawas-emulsie 32
dl

Blauwe deklaag voor papier

Berlijns blauwpasta 30% 100
dl
Violette lakpasta 35% 75
dl
Bruine lakpasta 35% 75
dl
Caseïnelijm 65
dl
Carnaubawas-emulsie 25
dl
Talcum 4
dl

Parelkleur-deklaag

China clay 50
dl
Blanc fix in pasta 50
dl
Talcum 4
dl
Ultramarijnblauw 5
dl
Water 30
dl
Deze worden tot een fijne pasta gemalen. Dan toevoegen:
Caseïnelijm 100
dl
Carnaubawas-emulsie 30
dl

Rode deklaag

Rode lakpasta 200
dl
Talcum 4
dl
Caseïnelijm 100
dl
Carnauba-wasemulsie 50
dl

Witte deklaag

China clay 300
dl
Water 150
dl
Talcum 18
dl
Caseïnelijm 200
dl
Carnaubawas-emulsie 100
dl

Witte zachte deklaag

Water 132
dl
China clay 130
dl
Caseïne 14
dl
Borax 2
dl
Ammoniak ½
dl
handgemaakte-kaarten
Handgemaakte kaarten van geschept papier

Wit voor hoge glans

Water 520
dl
Natriumhydroxyde 3
dl
Ammoniak 2
dl
Satijnwit 440
dl
China clay 650
dl
Eerst goed mengen en dan de volgende oplossing toevoegen:
Water 400
dl
Caseïne 100
dl
Natriumhydroxyde 10
dl
Trinatriumfosfaat 7
dl
Borax 5
dl
Ammoniak 15
dl

Imitatie-perkament

Natriumsilicaat 30
dl
Natriumsulforicinolaat 20
dl
Deze worden samen op een waterbad verwarmd. Hierna voegt men 30 dl kokend water toe.

Een stuk papier, dat men onmiddellijk in de oplossing dompelt, verkrijgt een perkamentachtig uiterlijk. Door het mengsel langer te laten koken, kan men met de oplossing papier geheel doorschijnend maken.

Verder verkrijgt men een perkamentachtig effect, door papier in een verdunde schellakoplossing te dompelen waaraan men enige procenten tricresylfosfaat toegevoegd heeft.

handgemaakt-geschept-papier
Handgemaakt geschept papier

Doorschijnend papier

Manillacopal 100
dl
Alcohol 300
dl
Ricinusolie 8-12
dl

Conserveren van blauwdrukken

Dun inwrijven met oplossing van:
Colophonium 3
g
Paraffine 6
g
Terpentijnolie 30
g

Waterdicht papier

Paraffine 22 ,5 dl
Triethanolaminestearaat 3 ,0 dl
Water 74 ,5 dl
De paraffine wordt gesmolten en het stearaat wordt bij de smelt gevoegd. Het water wordt aan de kook gebracht en onder heftig roeren giet men nu de was bij het water. De emulsie laat men onder roeren afkoelen.

Het papier wordt nu aan de ene kant, die met water in aanraking komt, met de emulsie bestreken. Het papier of het carton wordt nu vlug tot boven het smeltpunt van de gebruikte paraffine verhit. De paraffine smelt tot een samenhangend laagje binnen in het papier, daar het in de emulsie aanwezige water verhindert dat de paraffine het papier over de gehele dikte doordringt.

Vooral bij dikke voorwerpen, die van papierbrij gegoten worden, bespaart deze methode ongeveer 90 % paraffine vergeleken met het impregneren met gesmolten paraffine. Bovendien wordt de buitenkant van de geïmpregneerde bekers en dergelijke voorwerpen niet vettig, zodat het voorwerp nog normaal bedrukt kan worden.

menukaart-op-watervast-papier
Menukaart, gedrukt op watervast papier

Vetdicht papier

Stijfsel 6 ,6 dl
Natriumhydroxyde 0 ,1 dl
Glycerine 2 ,0 dl
Suiker 0 ,6 dl
Water 90 ,5 dl
Natriumsalicylaat 0 ,2 dl
De loog wordt in het water opgelost en de stijfsel wordt met een deel van deze oplossing aangeroerd. Men voegt nu de rest van de loogoplossing toe en verhit het geheel in een met stoom verwarmde ketel op 85℃. Het duurt ongeveer een half uur tot de stijfsel geheel opgelost is. Hierna worden de andere bestanddeelen opgelost.

In het algemeen bereikt men met twee dunne lagen van deze stijfseloplossing dat normaal papier geheel vetdicht wordt.

vetdicht-papier
Vetdicht papier

Mimeograafpapier

Benzine 1250
dl
Ozokeriet 55
dl
Oliezuur 32 ,5 dl
Palmitinezuur 12 ,5 dl
Het dunne cellulosepapier (12 g per vierkanten meter) wordt op een metalen plaat gelegd, die op 100℃ verwarmd is. De wasoplossing brengt men met een spons dun op.

Zacht papier

Bijna weefselachtig zacht kan men papier maken door het in een 10-pcts oplossing van glycerine in water te dompelen en dan te drogen

Doorschijnend inpakmateriaal

Het cellophaan bestaat uit geregenereerde cellulose, dus is eigenlijk hetzelfde materiaal als de viscose-kunstzijde. De fabricatie hiervan is uiterst moeilijk. In het klein kan men iets dergelijks maken door een oplossing van ethyl- of benzylcellulose, waaraan men enige procenten dibutylftalaat of tricresylfosfaat toegevoegd heeft, op een schone glasplaat uit te gieten. Het laagje trekt men dan na het drogen van de glasplaat af en men heeft een sterk glanzende absoluut doorzichtige film verkregen. Deze soort glaspapier kan men kleuren door aan de oplossing oplosbare anilinekleurstoffen toe te voegen.

Harslijm voor papier

Colophonium 100
kg
Soda 11
kg
Natriumbicarbonaat 5
kg
Ammoniak 0,930 4
kg
Water 100
kg
De hars wordt met het water, de soda en het bicarbonaat verhit en tot koken gebracht. Zodra het mengsel kookt voegt men de ammoniak toe en beëindigt hiermede de verzeping. De zeepoplossing wordt enige minuten doorgekookt.

Papyrus niet de alleroudste vorm van papier

(Bron: Mengen & Roeren 1938
Hoewel de naam papier van het Egyptische woord papyrus afgeleid is, was het papyrus toch niet de alleroudste vorm van het papier. De Chinezen gebruikten oorspronkelijk bamboebladeren voor het schrijven. Met behulp van een gloeiende stift werden in de bladeren de schrijftekens ingekrast. Hierna tekende of schreef men op dunne bamboeplankjes die echter zwaar en zeer duur waren. In de 3e eeuw v. Chr. ging men er toe over een weefsel van zijde als schrijfmateriaal te gebruiken; ook dit was echter veel te duur. Toen vond men dat door het slaan van zijde-afval met water en uitgieten op een poreuze mat een soort vlies verkregen kon worden, waarop men kon schrijven. In het jaar 105 na Chr. maakte Ts'ai Lun het eerste papier uit plantaardige vezels. Uit het jaar 150 na Chr. zijn reeds Chinese brieven bekend, die op lompenpapier geschreven zijn. De Chinezen hebben de fabricatie van papier zeer lang geheim gehouden, doch in het jaar 794 werd de kunst van het papiermaken in Arabië bekend. In de 11e eeuw brachten de Moren het eerste papier naar Europa, dat hier het tot toen gebruikte perkament verving.

Van Spanje uit, waar men omstreeks 1150 reeds papiermolens kende, werd de kennis van het papiermaken door vluchtelingen naar ons land gebracht. In de 18e eeuw bestonden in de Zaanstreek een groot aantal papiermolens.

Het papier werd oorspronkelijk alleen uit lompen gemaakt, door het weefsel met behulp van stampwerktuigen tot losse vezels uit elkaar te slaan. Men verkrijgt dan een vezelbrij. die men met behulp van een fijne zeef van kopergaas tot een blad kan scheppen. Dit uit de hand geschepte papier bestaat dus steeds uit losse bladen ter grootte van de gebruikte zeven. Door de losse zeef door een zeef zonder einde te vervangen, die over een aantal walsen liep, lukte het lange banen papier te maken, die dan later al naar het doel waarvoor het papier gebruikt werd, in bladen gesneden werden.

De tegenwoordige papiermachines zijn ontzaglijk groot en hebben een zeer grote capaciteit, hetgeen men bereikt heeft door de zeef zeer lang te maken. Op deze lange zeef wordt het grootste gedeelte van het water afgezogen. Hier wordt het natte papier door een wals ook reeds enigszins samengeperst. Deze wals kan ook voor het aanbrengen van een watermerk dienen, waartoe men het merk als verhoging op de wals aanbrengt. Het merk ontstaat dan doordat de losse vezels op deze plaats weggedrukt worden en het papier dus iets dunner en doorschijnender wordt.

Na het verlaten van de zeef wordt het papier, gedragen door een doek zonder einde, tussen zware walsen verder ontwaterd, over met stoom verwarmde walsen geleid en zo gedroogd en tenslotte op een kalander glad geperst.

Terwijl men oorspronkelijk alleen met lompen, dus afval van weefsels werkte, wordt sinds de 18e eeuw plantaardig materiaal direct tot papier verwerkt en wel het houtslijp. Daar dit echter alle niet cellulose-achtige bestanddelen van het hout bevat, is het papier zeer slecht. Pas toen het lukte volgens verschillende methoden uit het hout de zuivere cellulose af te scheiden, was het hieruit bereide papier ook van goede kwaliteit, hoewel steeds iets minder goed dan het lompenpapier, omdat hierin de vezels toch langer zijn.

Voor het fijnmaken van vezels, voor het verdunnen en voor het mengen met lijm en vulstoffen, maakt men tegenwoordig algemeen gebruik van een zogenaamde hollander. Deze machine bestaat in principe uit een stel ronddraaiende meer of minder stompe messen, die in een gesloten huis ronddraaien. Het mengsel van papierstof en water wordt nu door deze ronddraaiende messen geleid en wordt hier fijn gemalen en gemengd.

Voor schrijfpapier is het absoluut noodzakelijk een stof toe te voegen, die maakt dat het papier minder poreus wordt. Terwijl men vroeger hiertoe het papier met een dun laagje lijm bedekte, voegt men tegenwoordig de harslijm in een hollander aan de gehele massa toe. De harslijm bestaat uit een alcalische emulsie van hars in een harszeepoplossing, het hars wordt dan met behulp van aluminiumsulfaat op de vezel neergeslagen. In veel gevallen voegt men nog gekookte stijfsel en vulstoffen toe. Deze laatste stoffen als kaoline, zwaarspaat en gips maken het papier minder doorschijnend.


De winkel van ons allemaal

Wasmelk voor kunstdrukpapier

Montaanwas, gebleekt


 of ongereinigd 6
dl
Marseillaansche zeep 1 ,9 dl
Gedestilleerd water 40 ,0 dl

Papier-waslijm

Montacol 1
dl
Water 7
dl
Deze geconcentreerde oplossing wordt voor het gebruik tot de gewenste concentratie verdund.

Zwart carbonpapier

Carbon black 20
dl
Miloriblauw 6
dl
Violetblauw 5
dl
Vaseline-olie 32
dl
Ongereinigd montaanwas 15
dl
Gebleekt montaanwas 3
dl
Paraffine 50°/52° C 3
dl

Violet carbonpapier

Kristalviolet 5
dl
Oliezuur 3 ,5 dl
I.G.-was E 40
dl
Gebleekt montaanwas 9
dl
Paraffine 50°/52° C 1
dl
Gele vaseline 42
dl
Hollander-Maalbak
Hollander of Maalbak, waarin pulp wordt vermengd met andere grondstoffen als bindmiddelen.

Pressspan-emulsie

Ongereinigd montaanwas 9
dl
Paraffine 50°/52° C 1
dl
Harde zeep 0 ,8 dl
Borax 0 ,2 dl
Gedestilleerd water 50
dl

Hard filtreerpapier

Gewoon filtreerpapier wordt eerst met salpeterzuur met een s.g. van 1,42 bevochtigd, dan met water en met 0,5-pcts ammoniakoplossing gewassen. Afhankelijk van de kwaliteit van het filtreerpapier moet de bewerking herhaald worden.

Het verkregen papier blijft ook vochtig zeer sterk en taai.

Verven van papier

Voor normale door en door gekleurde soorten papier voegt men aan de papierstof in de hollander verdunde kleurstofoplossing toe, die direct aan het papier gefixeerd wordt. Voor geel neemt men metanilgeel, voor goedkoop donkerblauw inpakpapier kleurt men met een mengsel van methylviolet en groen. Bruin pakpapier kleurt men met Bismarckbruin. Voor betere soorten neemt men benzidinekleurstoffen, ook bijvoorbeeld voor vloeipapier.

Zeer volle kleuren verkrijgt men door het gereed zijnde papier in een kleurstofoplossing te dompelen. Men gebruikt zure kleurstoffen als bv. eosine. Ook kan men een oplossing op het papier spuiten of met walsen opbrengen, waardoor alleen de oppervlakte van het papier gekleurd wordt. Hierbij voegt men aan de kleurstofoplossing vaak stoffen als lijm, gom, borax en stijfsel toe, om het oppervlak van het papier tevens te veranderen.

Van de kleurstoffen werkt men met de basische soorten: auramine, vesuvine, fuchsine, safranine, methylviolet, victoriablauw en malachietgroen, en met de zure kleurstoffen: waterblauw, alkaliblauw, echtblauw, naphtolgeel, tartrazine, metanilgeel, brillantcroceïne, ponceau en eosine.

Bijzondere effecten verkrijgt men door aan de papierstof te voren gekleurde vezels toe te voegen, ook stukjes anders gekleurd papier of men laat op de natte papierbaan druppels van verschillende kleurstofoplossingen vallen, die dan onregelmatig verdeeld worden. Ook door etsen verkrijgt men fraaie effecten, eventueel met combinaties van zure en basische kleurstoffen.

Onbrandbaar papier

Ammoniumfosfaat 40
dl
Ammoniumsulfaat 40
dl
Ammoniumchloride 10
dl
Magnesiumchloride 10
dl
Het papier dat met deze oplossing gedrenkt wordt, brandt niet meer; natuurlijk verkoolt het wanneer het lang aan grote hitte blootgesteld wordt.

Mottenpapier

Naphtaline 25
dl
Carbolzuur 25
dl
Ceresine 25
dl
Paradichloorbenzol 25
dl
Goed poreus papier wordt met het warme mengsel bestreken. Het papier legt men tussen de tegen motten te beschermen kleedingstukken.

Paraffinepapier

Het papier, gewoonlijk in rollen, wordt door de gesmolten paraffine geleid, afgekoeld en opgewikkeld. Gewoonlijk voegt men aan het paraffine enige procenten ceresine en was toe.

Postzegel-kleefstof

Gummi Arabicum 100
dl
Glycerine 2
dl
Keukenzout 3
dl
Stijfsel 2
dl
Water 130
dl
Het aan elkaar kleven van postzegels wordt in verschillende landen verhinderd door de bedrukte zijde met de volgende oplossing te bestrijken:
Stearinezuur 5
dl
Palmitinezuur aluminium 28
dl
Benzine 350
dl
Terpentijnolie 20
dl




 
Op deze website zijn delen van de boeken: Mengen en Roeren uit de jaren 30 opgenomen met een schat aan informatie.
Wij onthouden ons van iedere verantwoordelijkheid, met betrekking tot fouten in de informatie, eventuele schadelijkheid van vermelde
stoffen en eventuele schadelijke gevolgen van het werken met chemische stoffen of van het opvolgen van recepten op deze website.
Wees voorzichtig met chemische stoffen. Lees!
copyright © 2024 -
vindikhier.nl - all rights reserved