Voor boeken neemt men gewoonlijk sulfiet- en natronpapier; krantenpapier bestaat voor 80 % uit houtslijp; schrijfpapier kan uit lompen gemaakt worden, gewoonlijk echter uit sulfietpapierstof of sulfiet- en natronpapierstof. Pakpapier bestaat uit sulfiet-, sulfaat-, jutepapierstof, gewoonlijk uit mengsels van verschillende soorten.
Waspapier maakt men door gewoon papier met gesmolten paraffine te impregneren en de overmaat af te persen.
Perkamentpapier wordt gemaakt door gewoon papier korte tijd in sterk zwavelzuur te dompelen, het zuur wordt direct uitgewassen. Door de vezelbrij uiterst fijn te malen en het papier zeer sterk te kalanderen wordt het doorschijnend. Zonder extra nabehandeling wordt het als vetdicht papier gebruikt.
Ammoniumsulfaat | 8 | dl | |
Boorzuur | 3 | dl | |
Borax | 1 | ,7 | dl |
Water | 100 | dl |
Ammoniumcarbonaat | 3 | dl | |
Glycerine | 3 | dl | |
Gelatine | 2 | dl | |
Agar-agar | 1 | dl | |
Kaliumbichromaat | ½ | dl | |
Water | 100 | dl |
Hierna wordt het onmiddellijk in een grote hoeveelheid water gedompeld om de inwerking van het zuur onmiddellijk te doen ophouden. Het papier wordt in stromend water goed uitgewassen, hierna door een verdunde ammoniakoplossing gespoeld en tenslotte weer met zuiver water goed uitgewassen tot de laatste sporen ammoniak verdwenen zijn.
Het fraaiste perkamentachtige uiterlijk krijgt men met zeer dik papier. De duur van de inwerking hangt uitermate van de soort papier en van de dikte af en moet door proeven bepaald worden.
Nadat men de tekening gecalqueerd heeft laat men de benzine verdampen. De laatste resten, vooral om de reuk, verwijdert men door overstrijken met een warme strijkbout.
Casseïne | 50 | dl | |
Water | 200 | dl | |
Borax | 9 | ,7 | dl |
Ammoniak 26° | 1 | dl |
Carnaubawas | 50 | dl | |
Water | 400 | dl | |
Zeep | 12 | dl |
China clay | 50 | dl | |
Blanc fix in pasta | 50 | dl | |
Chromaatgeel-pasta | 125 | dl | |
Talcum | 12 | dl | |
Caseïnelijm | 90 | dl | |
Carnaubawas-emulsie | 32 | dl |
Berlijns blauwpasta 30% | 100 | dl | |
Violette lakpasta 35% | 75 | dl | |
Bruine lakpasta 35% | 75 | dl | |
Caseïnelijm | 65 | dl | |
Carnaubawas-emulsie | 25 | dl | |
Talcum | 4 | dl |
China clay | 50 | dl | |
Blanc fix in pasta | 50 | dl | |
Talcum | 4 | dl | |
Ultramarijnblauw | 5 | dl | |
Water | 30 | dl | |
Deze worden tot een fijne pasta gemalen. Dan toevoegen: | |||
Caseïnelijm | 100 | dl | |
Carnaubawas-emulsie | 30 | dl |
Rode lakpasta | 200 | dl | |
Talcum | 4 | dl | |
Caseïnelijm | 100 | dl | |
Carnauba-wasemulsie | 50 | dl |
China clay | 300 | dl | |
Water | 150 | dl | |
Talcum | 18 | dl | |
Caseïnelijm | 200 | dl | |
Carnaubawas-emulsie | 100 | dl |
Water | 132 | dl | |
China clay | 130 | dl | |
Caseïne | 14 | dl | |
Borax | 2 | dl | |
Ammoniak | ½ | dl |
Water | 520 | dl | |
Natriumhydroxyde | 3 | dl | |
Ammoniak | 2 | dl | |
Satijnwit | 440 | dl | |
China clay | 650 | dl | |
Eerst goed mengen en dan de volgende oplossing toevoegen: | |||
Water | 400 | dl | |
Caseïne | 100 | dl | |
Natriumhydroxyde | 10 | dl | |
Trinatriumfosfaat | 7 | dl | |
Borax | 5 | dl | |
Ammoniak | 15 | dl |
Natriumsilicaat | 30 | dl | |
Natriumsulforicinolaat | 20 | dl |
Een stuk papier, dat men onmiddellijk in de oplossing dompelt, verkrijgt een perkamentachtig uiterlijk. Door het mengsel langer te laten koken, kan men met de oplossing papier geheel doorschijnend maken.
Verder verkrijgt men een perkamentachtig effect, door papier in een verdunde schellakoplossing te dompelen waaraan men enige procenten tricresylfosfaat toegevoegd heeft.
Paraffine | 22 | ,5 | dl |
Triethanolaminestearaat | 3 | ,0 | dl |
Water | 74 | ,5 | dl |
Het papier wordt nu aan de ene kant, die met water in aanraking komt, met de emulsie bestreken. Het papier of het carton wordt nu vlug tot boven het smeltpunt van de gebruikte paraffine verhit. De paraffine smelt tot een samenhangend laagje binnen in het papier, daar het in de emulsie aanwezige water verhindert dat de paraffine het papier over de gehele dikte doordringt.
Vooral bij dikke voorwerpen, die van papierbrij gegoten worden, bespaart deze methode ongeveer 90 % paraffine vergeleken met het impregneren met gesmolten paraffine. Bovendien wordt de buitenkant van de geïmpregneerde bekers en dergelijke voorwerpen niet vettig, zodat het voorwerp nog normaal bedrukt kan worden.
Stijfsel | 6 | ,6 | dl |
Natriumhydroxyde | 0 | ,1 | dl |
Glycerine | 2 | ,0 | dl |
Suiker | 0 | ,6 | dl |
Water | 90 | ,5 | dl |
Natriumsalicylaat | 0 | ,2 | dl |
In het algemeen bereikt men met twee dunne lagen van deze stijfseloplossing dat normaal papier geheel vetdicht wordt.
Benzine | 1250 | dl | |
Ozokeriet | 55 | dl | |
Oliezuur | 32 | ,5 | dl |
Palmitinezuur | 12 | ,5 | dl |
Colophonium | 100 | kg | |
Soda | 11 | kg | |
Natriumbicarbonaat | 5 | kg | |
Ammoniak 0,930 | 4 | kg | |
Water | 100 | kg |
Van Spanje uit, waar men omstreeks 1150 reeds papiermolens kende, werd de kennis van het papiermaken door vluchtelingen naar ons land gebracht. In de 18e eeuw bestonden in de Zaanstreek een groot aantal papiermolens.
Het papier werd oorspronkelijk alleen uit lompen gemaakt, door het weefsel met behulp van stampwerktuigen tot losse vezels uit elkaar te slaan. Men verkrijgt dan een vezelbrij. die men met behulp van een fijne zeef van kopergaas tot een blad kan scheppen. Dit uit de hand geschepte papier bestaat dus steeds uit losse bladen ter grootte van de gebruikte zeven. Door de losse zeef door een zeef zonder einde te vervangen, die over een aantal walsen liep, lukte het lange banen papier te maken, die dan later al naar het doel waarvoor het papier gebruikt werd, in bladen gesneden werden.
De tegenwoordige papiermachines zijn ontzaglijk groot en hebben een zeer grote capaciteit, hetgeen men bereikt heeft door de zeef zeer lang te maken. Op deze lange zeef wordt het grootste gedeelte van het water afgezogen. Hier wordt het natte papier door een wals ook reeds enigszins samengeperst. Deze wals kan ook voor het aanbrengen van een watermerk dienen, waartoe men het merk als verhoging op de wals aanbrengt. Het merk ontstaat dan doordat de losse vezels op deze plaats weggedrukt worden en het papier dus iets dunner en doorschijnender wordt.
Na het verlaten van de zeef wordt het papier, gedragen door een doek zonder einde, tussen zware walsen verder ontwaterd, over met stoom verwarmde walsen geleid en zo gedroogd en tenslotte op een kalander glad geperst.
Terwijl men oorspronkelijk alleen met lompen, dus afval van weefsels werkte, wordt sinds de 18e eeuw plantaardig materiaal direct tot papier verwerkt en wel het houtslijp. Daar dit echter alle niet cellulose-achtige bestanddelen van het hout bevat, is het papier zeer slecht. Pas toen het lukte volgens verschillende methoden uit het hout de zuivere cellulose af te scheiden, was het hieruit bereide papier ook van goede kwaliteit, hoewel steeds iets minder goed dan het lompenpapier, omdat hierin de vezels toch langer zijn.
Voor het fijnmaken van vezels, voor het verdunnen en voor het mengen met lijm en vulstoffen, maakt men tegenwoordig algemeen gebruik van een zogenaamde hollander. Deze machine bestaat in principe uit een stel ronddraaiende meer of minder stompe messen, die in een gesloten huis ronddraaien. Het mengsel van papierstof en water wordt nu door deze ronddraaiende messen geleid en wordt hier fijn gemalen en gemengd.
Voor schrijfpapier is het absoluut noodzakelijk een stof toe te voegen, die maakt dat het papier minder poreus wordt. Terwijl men vroeger hiertoe het papier met een dun laagje lijm bedekte, voegt men tegenwoordig de harslijm in een hollander aan de gehele massa toe. De harslijm bestaat uit een alcalische emulsie van hars in een harszeepoplossing, het hars wordt dan met behulp van aluminiumsulfaat op de vezel neergeslagen. In veel gevallen voegt men nog gekookte stijfsel en vulstoffen toe. Deze laatste stoffen als kaoline, zwaarspaat en gips maken het papier minder doorschijnend.
Montaanwas, gebleekt | |||
of ongereinigd | 6 | dl | |
Marseillaansche zeep | 1 | ,9 | dl |
Gedestilleerd water | 40 | ,0 | dl |
Montacol | 1 | dl | |
Water | 7 | dl |
Carbon black | 20 | dl | |
Miloriblauw | 6 | dl | |
Violetblauw | 5 | dl | |
Vaseline-olie | 32 | dl | |
Ongereinigd montaanwas | 15 | dl | |
Gebleekt montaanwas | 3 | dl | |
Paraffine 50°/52° C | 3 | dl |
Kristalviolet | 5 | dl | |
Oliezuur | 3 | ,5 | dl |
I.G.-was E | 40 | dl | |
Gebleekt montaanwas | 9 | dl | |
Paraffine 50°/52° C | 1 | dl | |
Gele vaseline | 42 | dl |
Ongereinigd montaanwas | 9 | dl | |
Paraffine 50°/52° C | 1 | dl | |
Harde zeep | 0 | ,8 | dl |
Borax | 0 | ,2 | dl |
Gedestilleerd water | 50 | dl |
Het verkregen papier blijft ook vochtig zeer sterk en taai.
Zeer volle kleuren verkrijgt men door het gereed zijnde papier in een kleurstofoplossing te dompelen. Men gebruikt zure kleurstoffen als bv. eosine. Ook kan men een oplossing op het papier spuiten of met walsen opbrengen, waardoor alleen de oppervlakte van het papier gekleurd wordt. Hierbij voegt men aan de kleurstofoplossing vaak stoffen als lijm, gom, borax en stijfsel toe, om het oppervlak van het papier tevens te veranderen.
Van de kleurstoffen werkt men met de basische soorten: auramine, vesuvine, fuchsine, safranine, methylviolet, victoriablauw en malachietgroen, en met de zure kleurstoffen: waterblauw, alkaliblauw, echtblauw, naphtolgeel, tartrazine, metanilgeel, brillantcroceïne, ponceau en eosine.
Bijzondere effecten verkrijgt men door aan de papierstof te voren gekleurde vezels toe te voegen, ook stukjes anders gekleurd papier of men laat op de natte papierbaan druppels van verschillende kleurstofoplossingen vallen, die dan onregelmatig verdeeld worden. Ook door etsen verkrijgt men fraaie effecten, eventueel met combinaties van zure en basische kleurstoffen.
Ammoniumfosfaat | 40 | dl | |
Ammoniumsulfaat | 40 | dl | |
Ammoniumchloride | 10 | dl | |
Magnesiumchloride | 10 | dl |
Naphtaline | 25 | dl | |
Carbolzuur | 25 | dl | |
Ceresine | 25 | dl | |
Paradichloorbenzol | 25 | dl |
Gummi Arabicum | 100 | dl | |
Glycerine | 2 | dl | |
Keukenzout | 3 | dl | |
Stijfsel | 2 | dl | |
Water | 130 | dl |
Stearinezuur | 5 | dl | |
Palmitinezuur aluminium | 28 | dl | |
Benzine | 350 | dl | |
Terpentijnolie | 20 | dl |
|